top of page

Over mondmaskers en sauzen in potjes...

Updated: Dec 8, 2022



 

Ik schrijf deze blog op 19 April 2020. De coronacrisis in Spanje is in volle gang.


Twee maanden geleden reden we nog onbekommerd 1000 kilometer door het achterland van Spanje´s oostkust op zoek naar gastronomische schatten. Op de radio vermeldde het nieuws terloops de eerste corona gevallen in Madrid en Barcelona. Onderweg in de auto met de bewoonde wereld ver achter ons: geen vuiltje aan de lucht. Nog niet.


Vandaag staat het onkruid onder de auto 20cm hoog; de laatste keer dat ik van het erf reed was een maand geleden. Normaalgezien geniet ik van autorijden. Verstand op nul en een babbeltje met mezelf. Maar tegenwoordig voelt een trip naar de winkel als een oorlogsexpeditie. Gewapend met handschoenen, een lading alcohol en een oud mondmasker kom ik de eerste politiecontrole tegen.


Heel Spanje is ten tijde van dit schrijven in zware lockdown. Alles is gesloten, geen ziel op straat. Geen enkele inwoner mag nog buiten. Enkel boodschappen, naar de apotheker en de vuilbak buiten zetten. Ook de hond uitlaten mag nog...in een straal van maximaal 200m van je voordeur. Een frisse neus halen zit er dus tegenwoordig niet meer in. De politieman loopt rond mijn auto. De koffer moet open. Van waar kom ik en waarom ben ik onderweg? Of ik een boodschappenlijst heb? Er vallen dagelijks meer dan 1000 coronadoden in Spanje. De overheid gaat tot in het extreme om de situatie onder controle te krijgen.



In de laatste maanden zijn we welgeteld 2x om inkopen gereden. Ook vandaag hangt er weer spanning in de lucht. De weinige klanten lopen in grote bogen om mekaar heen en naar Andalusische normen heerst er een ongewone stilte doorheen de winkel. Het achtergrondmuziekje wordt terloops onderbroken door de boodschap: “De distributie van onze produkten komt niet in het gedrang. Pronto, todo pasará (weldra zal alles voorbij zijn).” Het klinkt als een leuze aan de muur van een Chinese sweatshop.


Veel aandacht lijkt er niet te worden geschonken aan die sussende woorden want Spanje is collectief aan het hamsteren geslagen. Er ligt kattevoer waar het WC papier hoort te staan, er is geen gram waspoeder meer te krijgen en de ganse rayon sauzen in een potje ligt er uitgestorven bij. Ik zoek tevergeefs naar een zak chips. Onlangs zei een vrouw op het nieuws :”Tegenwoordig ga ik niet meer naar de winkel om alles mee te brengen dat ik wil hebben. Nu breng ik mee wat er ueberhaupt nog te krijgen is”. Gelijk had ze.


Nog nooit liep ik zo lang rond in de supermarkt. Maandenlang niet onder de mensen komen vereist een goeie voorraad. 4 stuks van alles? Beter ineens 5. Was ik dan toch niets vergeten? Ik krijg mijn kar amper de deur uitgeduwd. Mijn handen zwemmen uit m´n handschoenen en ik stik bijna achter m'n FFP2 masker. Inpakken en wegwezen. Jorge laat weten dat hij bijna thuis is met de lading vers vlees en groenten. Je mag dan wel hetzelfde bed delen, met 2 in dezelfde auto levert je tegenwoordig een malse COVID boete van 650€ op.


Bij mijn aankomst zit Jorge op het bankje achter het huis te vloeken tussen zijn tanden. Wat een gedoe. Niemand weet op dit moment hoe COVID zicht verspreidt dus gaan we maar voor een "zekere" aanpak. Een uur lang alles door het javelwater halen, alle kleren in de was, schoenen wisselen en douchen van kop tot teen.


Uiteindelijk bleef onze B&B omwille van de pandemie meer dan 1,5 jaar gesloten. Een bittere economische pil om te slikken, maar tegelijk een rustpauze die ons goed heeft gedaan na 12 jaar keihard, ononderbroken labeur. In Spanje zeggen we: "No hay mal que por bien no venga". Aan elke wolk zit een zilveren randje.





1,066 views0 comments
bottom of page